27 september 2015

Je bent perfect en waarom we dat beter niet zeggen tegen onze kinderen...

'je bent zo lief'  'Je bent zo mooi' 'Je bent zo slim' ' Je bent zo sportief' 'je bent perfect'

We hemelen onze kinderen op, we overstelpen hen met complimenten. We roepen 'wat een mooie tekening' ook als we het in de verste verte niet op de bedoelde piratenboot lijkt. We beschermen hen, we nemen hindernissen weg, we zorgen ervoor dat ze niet kunnen falen, we creëren succeservaringen. We leggen de lat wat lager als ze te hoog lag. Dat is wat we doen om onze kinderen met voldoende zelfvertrouwen deze wereld in te sturen.

Maar is dit wel de beste weg? Bereiden we hen zo voor op een succesvol leven? Krijgen ze zo het zelfvertrouwen waar we op hopen?
We creëren op deze manier kinderen met een 'fixed mindset'. Mensen met deze 'vaste mindset' geloven dat hun eigenschappen (intelligentie, persoonlijkheid...) vaststaan en niet kunnen veranderen. Mensen worden gelabeld met 'dom of intelligent' 'lief of minder lief' een 'talenknobbel of een tennistalent'. Die eigenschappen waarmee ze zichzelf identificeren moeten dan ook bewezen worden ten aanzien van zichzelf en anderen. Situaties waar het omgekeerde van deze eigenschap aan het licht zou kunnen komen gaan ze uit de weg. 

Een vraag: wat zou jij als ouder doen?  (dit voorbeeld komt uit het boek mindset van Carole Dweck):

De 8 jarige Marie ging naar haar eerste turnwedstrijd. Ze was groot, slank, lenig en energiek. Ze was perfect om te turnen en ze hield ervan. Ze was wel wat zenuwachtig voor de eerste grote wedstrijd. Anderzijds wist ze dat ze goed was en had ze zelfvertrouwen. Ze had zelfs al gezocht naar een plaats om haar eerste medaille op te hangen. 
De grondoefening deed ze goed, ze stond een hele tijd eerst, maar toen kwamen andere, nog betere meisjes aan de beurt. Ook de andere oefeningen deed ze goed, maar niet goed genoeg voor de medaille. Anderen waren beter. Ze was teleurgesteld en kwaad toen ze geen medaille kreeg. 

Wat zou jij tegen doen als je de moeder (of vader) van Marie was? Welke van volgende dingen zou je zeggen? 
1. Je zou haar zeggen dat je vond dat ze de beste was
2. Je zou haar zeggen dat ze eigenlijk de medaille verdiend had en dat het niet eerlijk was
3. Je zou haar zeggen dat turnen en de wedstrijd niet zo belangrijk zijn
4. Je zou haar zeggen dat ze het kan en dat ze volgende keer wel zou winnen
5. Je zou haar zeggen dat ze het niet verdiende om te winnen 

In onze maatschappij hebben we vandaag de neiging om onze kinderen te beschermen van faalervaringen, maar net dat is op lange termijn schadelijk! 

En wat is het effect op onze kinderen van deze antwoorden?
1. Zeggen dat ze de beste was zou niet eerlijk zijn. Je zou liegen en is dit wat je je kind wil meegeven? 
2. Je steekt het verlies op de anderen. Wil je je kind opvoeden met het idee dat anderen verantwoordelijk zijn voor haar tekortkomingen? 
3. Bij de derde reactie (zeggen dat het niet belangrijk is) geef je haar de kans om dingen die ze niet meteen goed doet niet belangrijk te vinden. Is dat de boodschap die je wil geven aan je dochter? 'oh Frans lukt niet goed, maar het is niet erg, want niet belangrijk' ... 
4. En de vierde is waarschijnlijk de meest gekozen optie en eigenlijk de gevaarlijkste. Want daarin zeg je dat ze al goed genoeg is. Dat ze er zo wel zal komen. Dat wat ze nu in zich heeft volstaat om uit te blinken. Maar waarom zou ze volgende keer winnen? En hoe gaat ze zich dan voelen? 
5. De laatste optie lijkt hard, maar is de enige goede. Natuurlijk kan je deze boodschap anders brengen, maar Marie was (nog) niet goed genoeg. Dat is de enige boodschap die juist is. 

De beste reactie? ' Marie, ik zie hoe teleurgesteld je bent en ik begrijp het. Het is vervelend als je al je hoop ergens op gezet hebt en het lukt niet. Ik weet dat je geprobeerd hebt, maar er waren meisjes die beter waren dan jij. Als dit iets is wat je echt graag wil, dan moet je nog wat harder werken' 'Als je enkel wil turnen voor je plezier dan kan dat uiteraard ook Marie'. 

Resultaat van dit gesprek? Marie begon nog meer te trainen. Ze werkte harder en ze werd beter en beter. Ze won nog heel wat medailles. Haar vader leerde haar om te gaan met falen en hij leerde haar dat je steeds kan groeien als je ervoor werkt. Marie krijgt een 'groei-mindset'. Uit elke ervaring kunnen we leren en  falen hoort erbij, hard werk soms ook... 

Aanrader: 'mindset van Carol Dweck' 



1 september 2015

Daar gaat hij ...

Daar gaat hij ... Het klinkt als de mannelijke versie van een Clouseau lied.  Ik voelde me ook zoals de ondertoon van dat liedje (daar gaat ze): een beetje nostalgisch, trots (ik dank de Heer voor dit mooie exemplaar) en ook een beetje bang.

Vandaag staat in het teken van loslaten en vertrouwen hebben. Het ontwikkelingsproces van je kind aan anderen toevertrouwen. Hopen dat de nieuwe juf hem goesting kan geven. Want goesting daar draait het allemaal om.  Het gaat niet over maaltafels of om schoonschrift, maar om goesting om te leren en te ontdekken. Hij ging deze morgen binnen met veel goesting en ik hoop dat de juf erin slaagt om die goesting te versterken. Als ze daarin slaagt, krijgt ze in juni de grootste doos mercikes die ik kan vinden. Al de rest (rekenenen, lezen, schrijven, turnen en geschiedenis) volgt wel.

Toen ik de schoolpoort achter me dichttrok realiseerde ik me de schoonheid en de impact van onze job. Hoewel mijn doelgroep wat ouder is, heb ik ook een fantastische job in het onderwijs. Het is een schone job, de schoonste job en verdorie we hebben zoveel macht. Wij, leraren, hebben zoveel macht. We kunnen dingen veranderen. We kunnen de wereld een beetje beter maken. We kunnen de blik van onze leerlingen verruimen. We kunnen ze  goesting geven. We kunnen inspireren.  

We hebben zoveel macht, we kunnen zoveel bijdragen EN we kunnen het ook helemaal verkloten. Net daarom is loslaten soms wat moeilijk. Wat als hij binnenkort niet meer naar school wil gaan? Wat als lezen een opgave wordt? Wat als leren saai wordt? Wat als het vooral moeten en niet meer mogen wordt? Wat dan? 

Op jobat vind je vandaag nog de vacature voor leerkracht terug. De eerste zin gaat als volgt: Als leerkracht draag je kennis en bekwaamheid over aan leerlingen. 
Ja natuurlijk moeten we ook kennis overdragen aan onze leerlingen, studenten. NATUURLIJK kunnen ze het plezier van boeken niet ontdekken als ze niet kunnen lezen. Maar verdorie (!) ze moeten vooral goesting krijgen om te verdwalen in die boeken. Goesting om nieuwe werelden te ontdekken, om te dromen van een beetje meer Mathilde in zichzelf, om te fantaseren over ronddolen in een chocoladefabriek (ja ik was een Roald Dahl fan). Als ze willen lezen, zullen ze leren lezen, want waar een wil is, is een weg. 

Ik zou met veel plezier die vacaturetekst herschrijven en van die eerste zin het volgende maken: Als leerkracht straal je goesting uit, deel je passie en begeleid je leerlingen... Want daar gaat het verdorie om (en nu stop ik met vloeken), daarmee maak je het verschil. Niet met de kennis die je hebt.

Ik wens aan alle leerlingen een juf of meester met goesting en aan alle ouders het vermogen om los te laten. 

PS: Vanavond kan hij zijn eerste woordje 'IK' lezen vertrouwde de directeur ons toe. Geweldig toch?